Hoe cafeïne de moderne wereld veranderde

 

Gastblog door Tony van der Giessen

 

De concentratie en focus die cafeïne geeft, hebben voor een belangrijk deel onze maatschappij gevormd. Deze invloed van koffie gaat eeuwen terug. Dat is de prikkelende stelling van de Amerikaanse journalist Michael Pollan. Hij waagt zelfs te beweren dat de Fransen zonder koffie nooit de Bastille hadden bestormd.

Historici buigen zich al langer over de vraag hoe voedingsmiddelen onze beschavingen mede hebben gevormd. Cafeïne is zo’n middel. Maar zo’n alledaags product waar het effect veel subtieler werkt, kan toch geen grote greep hebben op de loop van de geschiedenis? Dat is echter wel precies de centrale stelling van Michael Pollan, gerenommeerd journalist op het gebied van voedsel, in zijn audioboek How Cafeïne Created the Modern World.

               

Pollan, bekend van zijn Netflix-serie Cooked, was niet gelijk overtuigd van de dominante invloed van cafeïne. Pas nadat hij op aanraden van experts stopte met koffie zag hij het “onzichtbare” maar “allesomvattende” effect van koffie. “Het voelt een beetje als een existentiële crisis. Is dit hoe je je voelt als je ADD hebt?”, vraagt hij zich af. “Ik voel me als een ongeslepen potlood en kan me nog voor geen minuut concentreren.” Herkenbaar. En een nogal penibele situatie voor een schrijver, merkt Pollan op. Hij kwam wel tot een belangrijk inzicht; ‘onder invloed’ staan van de lichte psychoactieve stimulant is zo ongeveer het basisbewustzijn van de mensheid. Immers zo’n 90 procent van de wereldbevolking consumeert regelmatig cafeïne. Dat moet wel zijn sporen nalaten.

 

Koffiehuizen als broedplaatsen

Via de Arabieren kwam koffie onze moderne wereld binnen. Niet alleen de koffieboon werd geïmporteerd, maar ook de koffiehuizen, die in de 16de eeuw in het Ottomaanse Rijk als paddenstoelen uit de grond schoten. Volgens Michael waren dit “opvallend liberale” plekken waar discussie en achterklap de boventoon voerden. Ook in Europa was cafeïne veelal een sociale aangelegenheid. Rond 1640 opende het eerste koffiehuis in Venetië en verspreidde het fenomeen zich al gauw naar grote steden als Parijs en Londen.

 

Koffiehuizen groeiden uit tot democratische broedplaatsen, die zelfs als een bedreiging voor de Britse monarchie werden gezien. “Deze ruimtes waren het internet van hun tijd”, zegt Pollan in zijn audioboek. “Je betaalde een penny voor de koffie, maar kreeg een schat aan informatie terug in de vorm van kranten, boeken en tijdschriften.” Het koffiehuis kreeg daarom de bijnaam penny universities.

 

De verandering die het koffiehuis voorstond, werd zo gevreesd dat koning Charles II besloot om de koffiehuizen te sluiten. “Hij was bang voor complotten, gesmeed in de koffiehuizen. In zijn ogen waren het gevaarlijke opruiende plaatsen voor rebellie”, zegt Pollan. In 1675 poogde de koning dan ook om de deuren voor altijd dicht te gooien. Maar niemand luisterde, de koffie-eigenaren kwamen in verzet, hielden hun zaakjes open en de koning staakte uiteindelijk jammerlijk zijn missie.

 

Aanjager verlichtingsdenken

Michael Pollan werpt het idee op dat cafeïne, met zijn stimulerende en verscherpende effect op de geest, een aanjager was van het verlichtingsdenken. “Al vroeg legde men de link tussen de opkomst van het rationalisme en koffie”, zegt de Amerikaan. De journalist is niet de enige die er zo over denkt. Historicus Wolfgang Schivelbusch schrijft: “Met koffie doet de rationaliteit zijn intrede in de [menselijke] fysiologie.” Waar de middeleeuwen werden gekenmerkt door het mystieke, het droomachtige, bedwelmd door de alcoholconsumptie, was daar contrasterend de moderniteit en zijn focus op het heldere, bijgestaan door cafeïne. Michael vraagt zich af of de Fransen ook zonder koffie de barricaden tijdens de bestorming van de Bastille op waren gegaan. “Het is moeilijk om in te denken dat de revolutie aangewakkerd werd in tavernes waar alcohol het dionysische triggert, terwijl koffie juist het apollinische aanspreekt.”

 

Stephen Snelders, historicus die aan de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar het effect van cafeïne op de Nederlandse samenleving, vindt die gevolgtrekking overdreven: “Hoewel er veel valt te zeggen voor de beschavingstheorie, ligt dat bij nader inzien toch anders.” Het koffiehuis deed in de 17de eeuw in Nederland zijn intrede. Omdat er nog geen regelmatige toevoer van koffiebonen bestond, werd via de naam ‘koffiehuis’ toch vooral de alcoholconsumptie witgewassen. “Er werd in koffiehuizen veel gerookt en alcohol gedronken. En heel beschaafd ging het er ook niet aan toe.” Rond de Dam in Amsterdam was er een concentratie aan koffiehuizen, waar veel beurshandelaren vertoefden. Een volatiele plek waar veel geld gewonnen en verloren werd.

 

Wel had koffie een bescheiden rol in het beschavingsoffensief van het moderne leven, vindt ook Snelders. Zeker toen koffie in de tweede helft van de 19de eeuw ingeburgerd raakte. Koffie maakte opkomende geheelonthouding-bewegingen mogelijk. Voor koffie was totale abstinentie ondenkbaar. Gezond water was niet te verkrijgen: slap gekookt, van ziektekiemen ontdaan bier gold als drinkwater. “Alle zuilen hadden hun eigen koffiehuizen. Die waren bedoeld om wanordelijk gedrag in te tomen. Koffie werd ingezet als disciplineringsmiddel, als burgerlijk gereedschap.”

 

Bierpauze werd koffiepauze

Volgens Snelders moet je koffie niet zien als dé grote veroorzaker van ingewikkelde historische processen, maar meer als iets wat goed bij de moderne tijd past. Snelders: “En koffie paste goed bij het kapitalisme en de protestantse werkethiek.” Journalist Michael Pollan beaamt dat: “Koffie kwam precies op het juiste moment in Europa aan.” Gevaarlijk fabriekswerk, geïntroduceerd tijdens de industrialisatie, vroeg om precisie en focus dat cafeïne op aanvraag bood, stelt de journalist. De bierpauze die voorheen gangbaar was, werd vervangen door de koffiepauze. Snelders legt juist meer nadruk op koffie als ondersteuning voor saai denkwerk in een stoel, achter een bureau: kantoorklerken konden zo de hersenen stimuleren.

 

Hoe het ook zij; cafeïne deed iets wonderbaarlijks. Het verhoogde de menselijke productiviteit “dramatisch” door de toen begrepen natuurwetten van de thermodynamica te tarten. Menselijke energie werd in het begin van de 19de eeuw begrepen in termen van calorieën. Een probleem: koffie bezit er geen. Dus hoe kan het dan zo’n productieverhogend effect hebben? Inmiddels begrijpen we dat goed - cafeïne blokkeert namelijk adenosine, het molecuul dat je slaperig laat voelen. Maar toentertijd rees de vraag; is het mogelijk, een middel zonder keerzijde?

 

Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is dat het meestal ook. Pollan: “De zegeningen van koffie waren vanaf het begin nauw verwikkeld met de zonde van slavernij en imperialisme. Georganiseerd in een systeem van brute rationaliteit, dat bijna alleen maar door koffie aangewakkerd kan zijn.” Ook hier trapt Snelders op de rem. Is koffie wel de boosdoener? Koffie werd veelal met suiker gedronken; wie zegt dat suiker niet de stimulans van onze begeerte was, vraagt de historicus zich af. Exact antwoord op die kip-en-ei-vraag zullen we waarschijnlijk nooit krijgen. Maar koffie, al dan niet met suiker, wakkerde een begeerte aan die riep om door slaven bewerkte koffieplantages vervuld te worden.

 

Koffie castreert

Dat was niet het enige probleem. Koffie zou ook voor minder vuurwerk in bed zorgen, klaagden vrouwen en dokters. Britse vrouwen trokken hiervan in de 17de eeuw aan de bel. Vrouwen waren hun mannen kwijt aan koffiehuizen, waar de dames vrijwel uitgesloten van waren. En als hun mannen dan thuis kwamen, was dat met weinig viriele kracht.

Vrouwen waren hun mannen kwijt aan koffiehuizen, waar de dames vrijwel uitgesloten van waren.

Michael maakt de balans op; is cafeïne “a boon or a bane”? Oftewel, is de invloed van cafeïne op de moderniteit een zegen of een vloek gebleken? Koffie is een geluksmoment. Een ritueel. Een goed begin van de dag. Een sociaal bindmiddel. En het heeft ons in staat gesteld om in een druk modern werkleven op aanvraag te presteren. Maar heeft het productiviteitsverhogende cafeïne ook niet juist gezorgd voor de vraag daarnaar? Zeker in tijden dat de schreeuw om duurzaamheid harder wordt, is dat een interessante vraag. Zo bezien zorgt koffie voor een vicieuze cirkel. Michael Pollan heeft misschien wel de meest treffende beschrijving: “Cafeïne geeft ons het gereedschap om ons aan te passen aan een wereld die cafeïne creëerde.”

 

Ben je op zoek naar meer koffie inspiratie? Lees hier onze andere blogs of bezoek de website